Milt operatie

De milt: functie en ligging

De milt bevindt zich links boven in de buik en is een sterk doorbloed en relatief kwetsbaar orgaan  De ribben bieden de milt bescherming tegen schade van buitenaf. De milt is betrokken bij de afbraak van overtollige en verouderde bloedcellen en zorgt voor een goede afweer tegen bacteriën. De milt werkt als een filter in het afweersysteem en zorgt ervoor dat er makkelijker antistoffen kunnen worden gemaakt tegen bepaalde bacteriën.

Redenen voor het verwijderen van de milt (splenectomie)

Er zijn verschillende ziekten van het bloed of afwijkingen van de milt waardoor splenectomie noodzakelijk is. Lees hier meer over in onze informatiebrochure.

Soms is er sprake van een scheur in de milt door een ongeval of door beschadiging tijdens een operatie. Dit kan ook een reden zijn om een (urgente) splenectomie uit te voeren.

De operatie

De operatie vindt plaats onder narcose.

Er zijn twee verschillende technieken om de milt te verwijderen. Meestal wordt bij een geplande splenectomie gebruik gemaakt van een kijkoperatietechniek waarbij via enkele kleine gaatjes in de buik een camera en instrumenten worden ingebracht. Via een beperkte snede onder in de buik wordt de milt dan verwijderd.

Bij een urgente splenectomie als gevolg van een ongeluk wordt doorgaans gekozen voor een klassieke operatie waarbij via een grotere snede in de buik de milt wordt verwijderd.

Leven zonder milt

Als de milt is verwijderd, heeft u een verhoogd risico op levensbedreigende infecties. De meeste infecties treden op in de eerste twee jaar na het verwijderen van de milt maar ook daarna blijft er een verhoogde kans op infecties bestaan.

De levensbedreigende infecties worden vooral veroorzaakt door bacteriën: Pneumococcen, de Haemophilus influenzae en Meningococcen. Bovendien kunnen in zeldzame gevallen ernstige infecties optreden na dierenbeten. U loopt bij bezoek aan het buitenland ook extra risico op malaria of babesiose.

Voorkomen van ernstige infecties

Enkele adviezen om ernstige infecties te voorkomen vindt u hieronder:

1. Noodvoorraad antibiotica

Het is belangrijk dat u een ‘noodvoorraad’ antibiotica in huis hebt. Het antibioticum dat u in huis dient te hebben heet Augmentin (=Amoxicilline + Clavulaanzuur)

Bij koorts of koude rillingen:

• Neemt u direct een gift Augmentin (875mg, driemaal daags)

• Neemt u direct contact op met uw huisarts

Indien u overgevoelig bent voor penicilline, dan schrijft uw behandelend arts een ander antibioticum voor.

2. Voorkom ernstige infecties

• U krijgt na de operatie gedurende minimaal 2 jaar dagelijks antibiotica (pil of voor kinderen siroop). Bij kinderen kan de duur langer dan 2 jaar zijn, afhankelijk van de omstandigheden.

• Als u koorts krijgt (boven de 38,5 graden Celsius) start u met uw noodvoorraad antibiotica en neemt u vervolgens direct contact op met uw huisarts of de afdeling Spoed van het ziekenhuis. U vermeldt altijd dat uw geen milt meer heeft.

• Wanneer u door een hond of kat wordt gebeten moet de huisarts de wond

reinigen en een antibioticumkuur van vijf dagen voorschrijven (Augmentin drie keer daags 875 mg).

• Wanneer u van plan bent naar het buitenland te gaan is het verstandig vroegtijdig advies in te winnen bij uw huisarts. Voor sommige landen heeft u aanvullende vaccinaties nodig.

• Behalve een noodvoorraad thuis is het ook noodzakelijk om, wanneer u op vakantie gaat, een voorraadje antibiotica mee te nemen. U kunt dan direct starten met een antibioticumkuur als u koorts krijgt. Vervolgens zoekt u contact met een arts.

3. Vaccinaties

• Een jaarlijkse vaccinatie tegen griep (influenzavirus) wordt aanbevolen. Zorg dat het dode vaccin wordt gebruikt, niet het verzwakt levende vaccin ! (er zijn verschillende varianten van het griepvaccin, vraag dit na en vermeldt altijd dat u geen milt hebt)

• Aangezien u niet voldoende antistoffen maakt tegen bepaalde bacteriën is het van belang dat u gevaccineerd wordt zodat u antistoffen krijgt. U dient de volgende vaccinaties te krijgen:

- Vaccin tegen pneumococcen:  Prevenar 13 en Pneumo-23

- Vaccin tegen Haemophilus influenzae type B:  Act-HiB

- Vaccin tegen meningococcen:  Neisvac-C

- Jaarlijkse griep vaccinatie

Deze vaccinaties verminderen de kans op een ernstige infectie maar het risico blijft bestaan. Het vaccinatieschema kan verschillen per individu en tussen volwassenen en kinderen.

Deze en meer informatie vindt u terug in onze informatiebrochure.